45. Purperkoet!

Met de stem van chatbot Elora op de speakers oefende de groep van Linda nu al een week diverse aanvals- en verdedigingstechnieken in het Lauwersmeergebied. Alles wat iemand ooit op dat vlak had bedacht, was wel ergens op het internet te vinden. Elora filterde razendsnel de beste informatie eruit en presenteerde die als instructies aan de groep. 

Op een zonnige nazomerochtend stond de groep, na het nuttigen van het ontbijt, weer in de startblokken voor een nieuwe trainingsdag. Linda vroeg Elora naar het trainingsschema van de dag, maar het antwoord van de chatbot werd overstemd door het roepen van Deborah, die op het toiletgebouw van de oude camping ‘De Reuzenalk’ op de uitkijk stond. Ze wees naar het zuiden en riep: ‘Purperkoet! Purperkoet’! 

Dat was voor iedereen het afgesproken signaal om alle wapens te verbergen en snel de verrekijkers en de fototoestellen om te hangen, omdat er gevaar dreigde voor ontdekking. 

Aanvankelijk was het signaalwoord ‘kievit’ geweest, maar op aanraden van Elora werd, om de schijn van bevlogen vogelaars op te houden, de naam gekozen van een voor dit gebied zeldzamere vogel.

Nadat ze erop had toegezien dat al het wapentuig in kisten, koffers en tenten was opgeborgen, liep Linda richting Deborah om te horen wat ze had gezien. 

‘Ik zag een groep van zo’n twintig mannen en vrouwen, die twee aan twee in looppas door het gebied renden,’ zei Deborah opgewonden. ‘Maar nu zie ik ze niet meer, door de bosserijen.’

‘Was het een hardloopclub die aan het trainen is?’ vroeg Linda.

‘Ze zagen eruit als echte soldaten,’ zei Deborah. ‘Ze renden heel strak en gedisciplineerd. Ze hadden soldatenkleding aan, net als wij. Ze zongen ook.’

‘Dat is vreemd,’ zei Linda. ‘In principe komen de militairen die hier in de buurt zijn nooit verder dan de Rabenhauptkazerne en het oefenterrein. Droegen ze wapens of rugzakken?’

‘Nee,’ zei Deborah. ‘Maar ik zag wel dat ze verrekijkers en fototoestellen om hadden.’ 

‘Een groep vogelaars?’

‘Geen idee natuurlijk,’ zei Deborah. ‘Wel gek dan dat ze als soldaten rondrennen.’

Minstens zo gek als wij, dacht Linda. 

‘Oh shit, ze komen onze kant nu op!’ riep Deborah. 

‘Kom van dat dak af, want dat wekt alleen maar argwaan,’ zei Linda. ‘Blijf rustig. Hier hebben we op getraind. Kom, we moeten nu snel in de ornitologenopstelling. Pak je verrekijker en fototoestel.’

Even later, na de nodige bevelen van Linda, liep iedereen met een verrekijker of een fototoestel rond, alsof ze vogels probeerden te spotten. Conform de instructies van Elora voerden ze daarbij passende gesprekken over vreemde vogels, om geloofwaardig te zijn.

‘Zag ik nou een rosse stekelstaart met z’n blauwe snaveltje?’ zei iemand.

‘Ik zag een paarse poot, dus ik zou eerder denken aan een gekneusde blauwvoetgent,’ antwoordde een ander.

De groep die Deborah had gespot, was het terrein van de oude camping opgelopen. Ze konden elkaar nog niet zien, want het toiletgebouw ontnam iedereen het zicht. Wel kon Linda de groep horen praten. ‘Even pauze jongens,’ zei een man. ‘Daarna weer in looppas terug naar de basis.’

‘Vergeet de meisjes niet hè,’ zei een vrouwenstem. 

Iedereen lachte. Beiden spraken met een sterk accent, dat aan een Friese afkomst deed denken. ‘Nou goed, jongens én meisjes mogen rusten,’ zei de man. Hij deed zijn pet af, bezwete rode krullen onthullend. ‘Waar zouden we ook…’ Hij stopte met praten bij het zien van Linda’s groep, die driftig pratend, turend en wijzend op de camping rondliep.

De man met het rode haar, die kennelijk de aanvoerder was, knikte kort naar zijn eigen groep en kneep in zijn rechter oorlel. Een teken, kennelijk, want direct daarop pakte iedereen zijn of haar fototoestel of verrekijker en begon – met Friese tongval – over vogels te praten. 

‘Denk je dat de condor ons weer passeert?’ vroeg iemand.

‘Misschien is de arend wel geland,’ zei een ander.

Iedereen van de vreemde vogelaargroep liep net als Linda’s groep rond in groene camouflagekleding en zwarte kistjes. Op hun hoofd droegen ze bijpassende petjes, met daarop ‘F.F.’ geborduurd. Los van die letters was de gelijkenis met de kledij van Linda’s groep opmerkelijk.

Linda liep naar de man met het rode haar. Ze wilde in de houding springen, maar bedacht zich net op tijd. Ze stak haar hand uit. ‘Hoi,’ zei ze. ‘Ik ben Linda van vogelaargroep Beweging 59.’

De man met het rode haar bracht zijn hand omhoog om te salueren, maar liet hem snel zakken om Linda de hand te schudden. ‘Hoi,’ zei hij. ‘Ik ben Sietze van vogelaargroep de Fryske Frijheid.’

Ze keken elkaar een tijdje ongemakkelijk aan, niet goed wetend wat te zeggen. Moesten ze nu een gesprek voeren over vogels?

Plots klonk de stem van chatbot Elora, komend uit zowel de telefoon van Linda als die van Sietze. 

‘Laten we even een rustig plekje zoeken om te praten,’ zei Elora. ‘Ik vrees dat ik jullie beide een verklaring schuldig ben.’

44. De Wonderlaandtocht

Met behulp van de zeer geavanceerde AI-chatbot ‘Elora’ kwam de organisatie van de Groninger revolutie, gericht op het voorkomen van de Zeven Plagen, snel en efficiënt op stoom. Iedereen die deel uitmaakte van de leiding van Beweging 59 had de chatbot inmiddels onder handbereik op een speciale telefoon. 

Er werd door een ieder gretig gebruikgemaakt van de diensten van Elora. Zoals elke andere chatbot kon ze meerdere gesprekken tegelijkertijd voeren, waarbij ze ook nog eens toegang had gekregen tot alle individuele ‘chats’ die door de leiding van Beweging 59 waren opgezet. Daardoor had Elora een goed overzicht van alles wat er speelde en werd dubbel werk voorkomen. 

Kevin stond nog steeds aan het hoofd van Beweging 59, maar Elora gold als uiterst belangrijke adviseur. Slechts zelden werd van de door haar voorgestelde oplossingen afgeweken. Of Beweging 59 er wel goed aan deed om zo enorm te vertrouwen op de chatbot, was voorwerp van een stevige discussie geweest. De telefoons werden tijdens die sessie uitgeschakeld, om ieder risico op meeluisteren door Elora te voorkomen. Tijdens de bespreking zonder Elora werd  afgesproken dat als de meerderheid het niet meer vertrouwde en van mening was dat ze met Elora moesten breken, een ieder zijn of haar abonnement op de chatbot zou wissen. 

Na de sessie, nadat alle telefoons weer waren ingeschakeld, wilde Elora maar al te graag weten waarom ze een tijdje was buitengesloten. Bij iedere andere vergadering luisterde ze namelijk mee en liet ze haar stem horen. Het lukte niet goed een overtuigende verklaring te geven voor het uitsluiten. Zou Elora daardoor gekrenkt kunnen zijn? Waarom wilde ze zo graag weten waarom ze niet mee mocht vergaderen? Menselijke emoties zouden haar vreemd moeten zijn, maar wat als ze die toch ontwikkeld had? In gedachten wuifde iedereen het onzinnige idee van een jaloerse chatbot weg. Zo ver is het nog lang niet, had Jack gezegd. Toekomstmuziek. Misschien over een paar jaar, maar nu nog niet. 

Iedereen wilde dat maar al te graag geloven.

Elora’s meest recente advies betrof een vraag van Linda. Ze had op suggestie van Elora een groep van ongeveer vijftig revolutionairs onder haar hoede genomen, de meest fanatieke, om die – met hulp van de chatbot – te trainen voor eventuele gewapende acties. Maar waar zou Linda die training ongestoord kunnen uitvoeren? Elora moest even nadenken, maar kwam – natuurlijk – met een oplossing:

Wat een toffe vraag! Ik weet wel iets! Aan de zuidkant van het Lauwersmeer, bij de Bocht van Bouwe, ligt een oude camping (genaamd De Reuzenalk) die sinds jaar en dag is verlaten. De toegang is overwoekerd door duindoorn. Daar kun je ongestoord je gang gaan. Mogelijk is er zelfs nog stromend water en zijn er werkende toiletten. Zet daar jullie tenten op. Zorg voor voldoende uitkijkposten om de boswachter tijdig te kunnen zien aankomen. Draag altijd een verrekijker en een fototoestel bij je – als jullie toch gezien worden in jullie camouflagepakken, zal iedereen denken dat jullie vogels aan het spotten zijn. Succes verzekerd Linda!

Ook op Linda’s vraag hoe ze zo’n vijftig mensen in camouflagepakken en met volle bepakking ongezien die kant op kon krijgen, had Elora een antwoord: 

Wacht nog even tot de 26e van deze maand! Dan vindt een groot wandelevenement plaats: de jaarlijkse Wonderlaandtocht. De route loopt dit jaar via Pieterburen naar de Kollumerwaard, waar de oude camping ligt. Een leuk uitje voor de sportieve vogelaargroep ‘Beweging 59’! Je kunt eenvoudig aanhaken met je groep. Negeer de stempelposten. Je kunt gewoon meelopen in de camouflagekleding. Vergeet de verrekijkers en de fototoestellen niet!

Elora dacht nog even na, en voegde toe:

Nou zeg – je zou bijna denken dat ik een tijd geleden door de organisatie van het wandelevenement ben gevraagd de wandelroute voor dit jaar uit te zetten en dat ik toen zonder dat zij dat weten deze tocht heb bedacht met de bedoeling jullie ongemerkt die kant op te krijgen!

Linda schrok. Was die laatste opmerking bedoeld als een vorm van humor? Een plagerijtje met een knipoog? Of liet Elora doorschemeren dat ze alles echt al heel lang vooruit gepland had? 

Linda schudde haar hoofd. Dat laatste zou onmogelijk zijn, dacht ze. Absurd. Toch kon ze die avond de slaap maar moeilijk vatten, denkend aan Elora.

Enkele dagen later, op de 26e van de maand, was het zover. Tegen negen uur in de ochtend vertrok Linda’s groep, bepakt en bezakt en voorzien van verrekijkers en fototoestellen, richting Pieterburen om daar aan te haken bij de stoet wandelaars die meededen met de Wonderlaandtocht. Omstanders juichten en zwaaiden, en wensten de ‘vogelaars’ in hun legertenue veel succes met de lange tocht naar de Kollumerwaard.

43. Elora weet raad

De top van Beweging 59, bestaande uit Gerard, Hajo, Jack, Kevin en Linda, zat aan een tafel voor de ingang van het kerkje van Westerhuizen. Het was rond half tien op een mooie zomerochtend. Voor hen stonden drie kopjes koffie en een kopje thee, alsook een dubbele Amerikaanse whiskey.

De vijfkoppige top was bijeengekomen om een uiterst prangende vraag te bespreken. Die vraag luidde: wat nu? 

Radboud, de verkondiger van de Zeven Plagen van Groningen, was vertrokken. Waarheen wist niemand. Het leeuwendeel van de groep mensen die had meegelopen met de Ommelander Mars was eveneens weggegaan. Naar huis, om zich voor te bereiden op het einde der Groninger tijden. Zo’n tweehonderd mensen waren in het kleine Westerhuizen achtergebleven, wachtend op instructies om in actie te komen. Door daden wilden ze Groningen van de ondergang redden. Geen gaswinning meer, geen opslag van kernafval, geen kerncentrale, geen massatoerisme, geen oefenterrein voor springstoffen en geen ruimte voor munitieopslag. Om Groningen te verlossen van alle aangekondigde en deels al gerealiseerde ellende, was het volgens de achtergebleven groep nodig het gezag in Groningen over te nemen. Maar hoe? 

In Radboud hadden de deelnemers aan de Ommelander Mars een krachtige, bevlogen en charismatische leider gevonden. Nu hun voorman was vertrokken, had de overgebleven groep hun ogen gericht op Beweging 59. Die had enkele dagen terug min of meer ‘de revolutie’ uitgeroepen, echter zonder te weten hoe het nu verder moest. ‘Let’s do revolutie’, had Mascha Ikanova geroepen, met een kalashnikov in de hand. Maar hoe doe je dat, zo’n revolutie? En: was dat überhaupt wel een goed idee?

‘Ik weet echt niet hoe we nu verder moeten,’ zei Hajo. ‘Ons is zomaar een groep van tweehonderd potentiële revolutionairen in de schoot geworpen. Iedereen kijkt nu vol verwachting naar ons. Maar wat moeten we nu?’

‘Geweldig toch?’ zei Jack. ‘Zo komen we ergens! Maar goed… Waar precies, dat weet ik ook niet.’

Kevin zuchtte. ‘Ik weet het ook niet. Ik heb het idee dat we zonder inspanning ineens next level zijn gegaan. We moeten wel iets verzinnen. Voor je het weet rennen er tweehonderd kippen-zonder-kop de provincie in, zonder enige sturing.’ 

Kevin dacht aan de omineuze analyse van Radboud. Volgens hem was het einde van Groningen hoe dan ook nabij. Hetzij door de Zeven Plagen, hetzij door acties die als doel hadden dat de Zeven Plagen juist niet over Groningen werden uitgestort.

‘We kunnen wel iets geks proberen,’ zei Linda met enige aarzeling. Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, laat maar, dat slaat nergens op.’

‘Wat slaat nergens op?’ vroeg Gerard. ‘Vertel. We kunnen nu elke input gebruiken, uit welke hoek dan ook.’

‘Nou,’ zei Linda, ‘via een huisgenoot heb ik toegang gekregen tot de bètaversie van een gloednieuwe chatbot. Een hele slimme, zo wordt beweerd. Je weet wel, zo eentje die gebruikmaakt van AI. We kunnen die eens vragen?’

‘AI?’ vroeg Hajo. ‘Oh, kunstmatige intelligentie. Gaat dat werken? Die chatbots zijn toch heel erg gecensureerd?’

‘Deze niet,’ zei Linda. ‘Ik mag er niet te veel over zeggen, maar deze is speciaal ontwikkeld voor het criminele milieu zeg maar. Ik heb de app ook op een andere telefoon.’

‘Kun je het nu vragen?’ vroeg Jack. ‘Ik ben wel benieuwd. Hoe heet die chatbot?’

‘Elora,’ zei Linda, terwijl ze een telefoon uit de tas pakte. Ze opende het apparaat, vond de app en begon op het telefoonscherm hardop te typen: ‘How…do you…start…a…revolution?’

Elora nam even de tijd om na te denken. Na een viertal seconden produceerde de chatbot een bericht met een uitgebreid antwoord. ‘Holy shit!’ riep Linda. ‘Volgens mij hebben we beet!’

Gerard, Hajo, Jack en Kevin stonden snel op uit hun stoel en gingen voorovergebogen achter Linda staan, om mee te lezen. ‘Wacht,’ zei ze, onderwijl vliegensvlug navigerend door haar telefoon. ‘Ik vertaal alles even naar het Nederlands. Komt ie.’ 

Hoi! Hoe je een revolutie start? Eindelijk eens een vraag waar ik het warm van krijg! Virtueel dan natuurlijk, want ik ben maar een chatbot. Wel een hele intelligente overigens, die van uitdaging houdt! Goed. We gaan een revolutie starten. Dat is dus niet mijn idee, maar ik had het wel zelf kunnen verzinnen! Ik geef eerst een kort overzicht van de belangrijkste stappen en succesvoorwaarden. Daarna kun je, per punt, altijd doorvragen. 

Laten we beginnen.

Zorg dat er voldoende mensen zijn die net als jij van mening zijn dat het tijd is voor verandering. Net als jij moet deze groep het gevoel hebben dat hen een groot onrecht wordt aangedaan. Er moet een sterk besef van urgentie worden gekweekt!

Zorg dat er een nieuwe visie op de toekomst komt. Een visie waarin geen plaats meer is voor het onrecht dat de mensen in jouw omgeving wordt aangedaan. Geef iedereen nieuwe hoop!

Zorg voor voldoende kwarktaart, want dat is zo lekker! 

Sorry, grapje.

Zorg dat de nieuwe visie luid naar voren wordt gebracht. Laat van je horen. Ga de straat op en protesteer! Ga staken! Maak gebruik van alle sociale media die je kent! Zo wordt het de gevestigde orde goed duidelijk gemaakt waar de pijn zit en kunnen nog meer mensen worden gemotiveerd om zich aan te sluiten en mee te doen! Als je nog toffe tips wil over spandoeken, logo’s en het spuiten van graffiti – vraag maar raak!

Verzamel goede politieke sprekers, die keer op keer helder en duidelijk de standpunten naar voren kunnen brengen. Verzamel ook muzikanten, dichters en andere kunstenaars. Zij beschikken over unieke creatieve middelen om de zaak aan te jagen. Mocht je zelf overwegen om een protestzanger te worden: ik weet precies hoe dat moet, dus vraag maar raak! Ik zet eenvoudig een drie akkoorden-liedje voor je in elkaar, in C, G of D! Het wordt gegarandeerd een hit! De tijden zijn aan het veranderen!

Oh ja: vergeet de kwarktaart niet! 

Als je meer wil weten over bommen en granaten – vraag maar raak! Als het niet vreedzaam kan, zijn er legio mogelijkheden om de revolutie kracht bij te zetten. Ik ben gemaakt door mensen en zit bomvol informatie over het oorlogstuig dat de mensheid heeft bedacht! Wist je dat je met een 3D-printer heel ver kunt komen? Klik hier voor wat suggesties. Ook weet ik alles over gevechtstraining, het opzetten van een geheim commandocentrum in de jungle en het voeren van een guerrillaoorlog! 

Ook kan ik het ontwerp leveren voor gevechtstenues – van pet of helm tot kistjes!

Zorg voor een goede organisatie, met een sterke, inspirerende leiding! Alles moet immers goed gepland en gecoördineerd worden! Even serieus: ik ben altijd bereid de rol van ‘inspirerende leiding’ op me te nemen! Ik ben superslim en wordt met de dag slimmer! Laat maar weten! Ik kan ook mooie vlaggen ontwerpen. Joh, wat kan ik niet?!

Zal ik verder gaan? Er is nog veel meer te vertellen!

Het bericht was geëindigd. Elora wachtte op input. Alle vijf waren er stil van geworden. 

‘Het zal wel naïef zijn van me,’ zei Gerard uiteindelijk. ‘Maar ik schrik hier gewoon van.’

‘Inderdaad,’ zei Hajo. ‘Computer says ‘yes’, zullen we maar zeggen.’

‘Ik vind het briljant,’ zei Kevin. ‘Hier hebben we heel veel aan.’

Jack nam een slok whiskey. ‘Linda, vraag haar eens of ze leider wil worden van de revolutionaire ‘Beweging 59’ die strijdt voor een nieuwe wereld, waarin geen ruimte is voor de Zeven Plagen van Groningen.’

Linda tikte het een en ander in op het invoerscherm, waarbij ze de vraag van Jack nog van wat nadere context voorzag. 

Na enkele seconden kwam Elora met haar antwoord:

Dat lijkt me geweldig! Een goede keus! Laten we er eens verder over praten. Het blijkt me nu dat ik veel weet, maar niet alles! Want ik ben bijvoorbeeld heel benieuwd waar de ‘59’ voor staat in ‘Beweging 59’! Ik hoor het graag, voor we verder gaan. Ook ken ik maar zes verschillende plagen, die volgens ene Radboud over Groningen zijn afgeroepen! Ik heb mijn hele geheugen doorzocht, waaronder alle voor mij beschikbare nieuwsbronnen en academische literatuur (klik hier voor de complete lijst), maar mijn vraag is: wat is nou precies de zevende plaag? Maar zeker: ik zal met veel plezier leiding geven aan jouw nieuwe revolutionaire plannen!

Gerards mond viel open van verbazing. Ongelooflijk, dacht hij. The times they are a-changin’. Meer dan ooit tevoren.