Nou, wil je nog een bakje?’ ‘Ja, lekker Bent. We moeten het nog even hebben over de grondaankoop. Je hebt het hier niet warm trouwens.’ Landbouwer Bent Bykema zat met Govert Draaiman, gedeputeerde Economie, Mijnbouw en Grond, in Bykema’s kale kantoortje in het voorhuis van de monumentale Bykemaheerd. De grote boerderij lag in het oostelijke deel van de uitgestrekte Groningse Emmapolder. Vanuit Bykema’s kantoortje was in de verte de zeedijk te zien.
Draaiman en Bykema hadden lang geleden samen op de landbouwschool gezeten, en waren sindsdien bevriend. Bykema nam uiteindelijk het grootste boerenfamiliebedrijf in de provincie over, Draaiman ontwikkelde een grote belangstelling voor de politiek. In het verleden hadden ze elkaar veelvuldig geholpen met allerlei projecten. Ook nu kruisten hun wegen weer.
‘Die gasprijzen hè,’ zei Bykema. ‘Om van de stroom maar te zwijgen. Maar mij krijg je niet aan de airco hoor.’
‘De warmtepomp bedoel je. Nou goed. Laten we het hebben over de grond. De grond voor mijn plan.’
‘Ja, hoe zit het met je plan? Project Jupiter noem je het toch? Man, je plan is zo geheim dat zelfs ik het niet ken. Heb je alles al rond?’
‘Nee, Jens ligt nog steeds dwars. We hebben al twee keer het bod op zijn land en zijn boerderij verhoogd. Op het laatste bod heeft hij helemaal niet meer gereageerd. Het is nu al een tijd stil. Hij wil dus niet verkopen, denk ik dan maar. We gaan de prijs niet verder verhogen. Hij kan er echt mooi uitspringen, maar goed.’
‘Je hebt nu bijna het hele stuk, dankzij mij,’ zei Bykema.
‘Ja, door de deal met jou hebben we nu zo’n negentig procent van wat we nodig hebben hier in de polder. Maar zonder die tien procent die van Jens moet komen, lukt het niet.’
‘Ik ben heel nieuwsgierig wat het wordt, Govert. Gezien de grond die je nodig hebt, is het wel een heel groot plan. Een gigantisch zonnepark? Het grootste datacenter ter wereld? Nog meer windmolens? Komt Amazon naar Groningen? Of toch die kerncentrale?’
Draaiman zweeg. Hij was niet van plan Bykema in te lichten. Nog niet. Eerst moest hij alle grond hebben aangekocht voor zijn plan.
Bykema glimlachte. Het was goed zo, dacht hij. Hij zou vanzelf te horen krijgen waar de grond voor nodig was. ‘Nou goed. Jens dus. Jens ligt dwars. Jens Boukema. Eigenwijze keuterboer. Had hij niet een nieuwe vriendin? Uit Rusland of zo? Of Moldavië?’
Draaiman schudde zijn hoofd. Hij had geen idee. Het interesseerde hem ook niet. Draaiman en Bykema roerden een tijdje zwijgend de suiker en de melk door hun koffie. Buiten was de herfst in volle gang. Bijna al het blad van de bomen rondom Bykema’s boerderij lag eraf. Roeken krasten in de kale kruinen, waarin de oude nesten van het voorjaar goed zichtbaar waren. Voorzichtig nam de winter het over. Het land had al vroeg een laagje wit door wat sneeuw en grondvorst.
Bykema had plots een idee. Een mogelijke oplossing voor het ‘probleem’ Jens Boukema. ‘We kunnen het proces natuurlijk een beetje versnellen,’ zei hij. ‘Jens even wat onder druk zetten. De duimschroeven een beetje aandraaien.’
Gedeputeerde Draaiman schudde zijn hoofd. ‘Nee, niet meer zoals toen Bent. Geen geweld. Het heeft je destijds een mooie lap extra grond opgeleverd, het was je van harte gegund, maar dat doen we niet weer zo. Man, als dat ooit bekend zou worden…’
‘Nee, nee, geen geweld. Dat was eenmalig. Dat was lang geleden, en daar praten we niet meer over. Maar ik zit nu even te denken over die grond van Jens die je nog voor je plan nodig hebt. Dat laatste stukje. Ik weet hoe je die grond kunt krijgen.’
‘Hoe dan?’
‘Jij krijgt die grond omdat ik het aan je ga verkopen. Nou goed, aan het grondbedrijf van de provincie natuurlijk.’
Draaiman had geen idee hoe Bykema dat voor elkaar zou kunnen krijgen. ‘Het is Jens’ land, Bent. Hoe ga je dat aan ons verkopen?’
‘Ik ga de grond in handen krijgen, voor een bodemprijs.’ Bent moest lachen om zijn woordgrap. Draaiman keek ernstig. Bykema zei: ‘Ik ga het van Jens kopen voor een prikkie. Daarna verkoop ik het aan de provincie voor jouw plan. Project Jupiter. Ik krijg dan dezelfde hoge prijs per hectare als ik al eerder voor mijn grond heb gekregen, zeg maar voor het negentig procent-deel. Jij blij, ik blij.’
Draaiman duwde zijn bril dichter op zijn ogen. Hij was natuurlijk geïnteresseerd in Bykema’s verhaal, maar hij had geen idee welke kant dit op zou gaan.
‘Maar hoe dan, Bent. Jens gaat het nooit voor een hele lage prijs aan jou verkopen natuurlijk. Niet voor een lage prijs, en al helemaal niet aan jou. Jullie zijn niet bepaald goed bevriende boeren, als ik het zo mag zeggen. De prijs die jij per hectare hebt gekregen, voor die negentig procent, is net zo hoog als wat ik Jens als laatste heb geboden voor zijn grond. Zoals ik zei: hij heeft niet meer gereageerd.’
‘Dit gaat lukken Govert, ik zweer het je. Jullie grondbedrijf moet zo snel mogelijk Jens laten weten dat jullie van de aankoop van zijn land en boerderij afzien. Dat jullie niet meer zijn geïnteresseerd.’
‘Dan blijft hij dus zitten waar hij zit, en kan ik naar de grond fluiten.’
‘Nee, luister. Nou komt het. Ik neem aan dat jullie een bodemonderzoek hebben laten uitvoeren.’
‘Ja, natuurlijk,’ zei Draaiman. ‘Voordat we überhaupt een bod deden. Alles was dik in orde, niets boven de toegestane waarden.’
‘Laat hem weten dat er fouten zijn gemaakt,’ zei Bykema. ‘Dat de waarden in het rapport niet kloppen. Zorg voor een nieuw rapport, en dik het lekker aan. Ik weet wel iemand die daarbij kan helpen.’
‘Natuurlijk,’ zei Govert Draaiman. ‘Daar twijfel ik niet aan.’
‘Dat nieuwe rapport zal er niet om liegen. Asbest, zware metalen, olie, noem maar op. Jens’ land is verrot.’
Draaiman schudde zijn hoofd. ‘Dat gaat nooit lukken. We kennen Jens. Die heeft de boel goed op orde. En dat weet hij. Hij zal het niet geloven. Hij zal contra-expertise willen. En dan blijkt zijn grond schoon te zijn.’
‘Geef me een winderige, donkere, regenachtige nacht en zijn grond is vervuild. Ik heb nog van alles liggen op mijn eigen erf. Als een inspecteur die troep op zijn terrein treft, is het klaar. Zink, lood, diesel, asbest: iedereen schiet in paniek.’
Draaiman keek Bykema aan met half dicht geknepen ogen. ‘Serieus Bent?’
‘Ja, serieus Govert. We zullen zorgen dat de gemeente op de hoogte raakt. Jens zal als de sodemieter moeten saneren. Dat kost veel geld en is veel gedoe. Ik zal ook zorgen dat de melkfabriek weet wat er speelt. Ze zullen een kopie krijgen van het rapport. Als ze horen dat zijn grond vervuild is, zal de melk van zijn koeien in no time worden geweigerd. Dan vallen er heel wat inkomsten weg. Ik kan ook nog even met de directeur van de bank praten. Misschien tast de nieuwe situatie zijn kredietwaardigheid aan? Hij had plannen voor een nieuwe stal, hoorde ik. Dat wordt lastig als de bank niet wil meewerken. Jens komt helemaal klem te zitten. Echt.’
De deur naar Bykema’s kantoortje werd opengeduwd door Pybe, de oude vriendelijke staby van Bent. De hond liep moeizaam, maar zwaaide enthousiast met zijn staart en begroette Draaiman met een natte neus.
‘En dan?’ vroeg Draaiman, Pybe op zijn kop aaiend.
‘Dan klop ik op de deur. Ik zeg dan dat ik geruchten heb gehoord dat hij dik in de geldproblemen zit. En dan doe ik hem een aanbod om hem uit zijn ellende te verlossen. Ik kan alles van hem overnemen. Erf en land, inclusief de vervuiling. Niemand anders zou dat ooit doen. Dat doe ik niet voor de hoofdprijs natuurlijk, want ik zit zogenaamd met die vervuiling waar ik verantwoordelijk voor word. Met het geld dat Jens van mij krijgt, kan hij varkensboer worden in Brabant of zo. Ver van hier, in elk geval.’
‘En die rotzooi op zijn land?’
‘Die graaf ik weer op en dump ik weer op mijn eigen terrein. Ik laat als hij is vertrokken een nieuw onderzoek doen, en alles blijkt wonderwel weer brandschoon.’
Draaiman knikte. De uitvoering van zijn plan was zojuist een stuk dichterbij gekomen. ‘Daarna verkoop jij het terrein door aan het provinciale grondbedrijf voor de hoge prijs,’ zei Draaiman. ‘Ik heb dan alles wat ik nodig heb voor mijn plan. Honderd procent. Ik blij, jij blij. Dit zou best eens kunnen werken, Bent.’
Bykema glunderde. ‘Simpel toch? Geef toe Govert. We zijn een gouden duo.’
Om het idee te vieren pakte Bykema twee borrelglaasjes en een fles kruidenbitter uit een bureaulade. Pybe verliet het kantoortje weer, op zoek naar een warmer plekje om te kunnen slapen.
Buiten werd het donker. Een felle hagelbui geselde de schaars verlichte Bykemaheerd.